AP signaleert nog altijd privacyrisico’s bij de overheid
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de trends en ontwikkelingen op privacygebied in kaart gebracht die spelen bij de overheid. De AP ziet dat de overheid wel stappen heeft gezet, maar nog altijd worstelt om te voldoen aan privacywetgeving.
De AP constateert dat:
- De kennis van de privacywet- en regelgeving binnen overheidsorganisaties soms te wensen overlaat, in het bijzonder bij bestuurders.
- De positie van de interne privacytoezichthouder, de functionaris gegevensbescherming (FG), in sommige gevallen onder druk staat.
- Overheidsorganisaties soms bewust over de grenzen van de wet gaan. Bijvoorbeeld bij het signaleren van fraude (denk aan frauderisico-algoritmes). Maar ook het omgekeerde: dat bestuurders niet durven, omdat zij de privacywet- en regelgeving – onterecht – als belemmering zien.
Meer gegevens, grotere impact op burgers
Overheidsorganisaties verzamelen meer persoonsgegevens dan ooit en willen die gegevens ook meer dan ooit aan elkaar koppelen. Het risico dat burgers in de knel komen is groot als de overheid verkeerd omgaat met hun persoonsgegevens.
Privacybelangen niet uit het oog verliezen
Ook bij gemeenten ziet de AP steeds meer behoefte om gegevens te delen en aan elkaar te koppelen. Dit gebeurt vaak om iemand met een zorgvraag te helpen, schuldenproblematiek tegen te gaan of criminaliteit een halt toe te roepen. Dat zijn goede intenties, maar daarbij past ook dat je burgers en hun gegevens goed beschermt.
Het is de eerste keer dat de Autoriteit Persoonsgegevens in een zogenoemd sectorbeeld controleert hoe de overheid omgaat met de gegevens van burgers. Eerder analyseerde de organisatie de omgang met privacy in het onderwijs en op de werkvloer.
Meer informatie
Kijk voor meer informatie op de website van Autoriteit Persoonsgegevens