Handreiking gegevensuitwisseling bemoeizorg herzien
GGD GHOR Nederland heeft in opdracht van het ministerie van VWS de Handreiking gegevensuitwisseling in de bemoeizorg (versie 2014) herzien. Deze herziene versie is aangepast aan nieuwe of gewijzigde wetgeving. Op verzoek van de professionals, die in de praktijk met de handreiking werken, zijn ook diverse praktijkvoorbeelden toegevoegd.
Geen specifieke wetgeving
Bemoeizorg is het verlenen van zorg, terwijl er geen hulpvraag is, in situaties waarin niet-handelen geen optie (meer) is. De herziene handreiking gaat over het uitwisselen van persoonsgegevens voorafgaand aan en gedurende het bemoeizorgtraject en niet over het bieden van bemoeizorg als zodanig. Er is geen wetgeving specifiek voor de situatie van het uitwisselen van persoonsgegevens bij bemoeizorg, wat in de praktijk leidt tot misverstanden. Daardoor wordt soms meer informatie gedeeld dan toegestaan en soms te weinig. Deze handreiking biedt handvatten voor het zorgvuldig uitwisselen van persoonsgegevens bij bemoeizorg.
Handreiking
De handreiking gaat kort in op wat onder bemoeizorg wordt verstaan en waarvoor en bij wie bemoeizorg kan worden ingezet. Er is een stappenplan opgenomen voor het zorgvuldig uitwisselen van gegevens bij bemoeizorg en enkele zorgvuldigheidseisen bij het toepassen van dit stappenplan. Zo worden enkele situaties van gegevensuitwisseling toegelicht. De herziene handreiking is in overleg met het veld tot stand gekomen. Naast schriftelijke consultatieronden zijn expertmeetings gehouden en schriftelijke reacties gevraagd.
In de bijlagen is naast een juridische onderbouwing en een toelichting op gehanteerde begrippen ook een overzichtelijk schema opgenomen van het stappenplan en de zorgvuldigheidseisen.
Bemoeizorg
Typerend voor situaties van bemoeizorg is dat er sprake is van (een opeenstapeling van) problemen op het gebied van bijvoorbeeld financiën, wonen, werken, psychische en lichamelijke gezondheid, beperkingen, zoals een verstandelijke beperking of een lichamelijke handicap, sociale contacten, opvoeding of verslaving. Mensen zijn daardoor niet goed (meer) in staat te functioneren in de samenleving en in hun eigen behoefte aan onderdak, voedsel, inkomen, sociale contacten en zorg te voorzien. Zij krijgen bovendien niet de zorg of ondersteuning die ze nodig hebben om zich in de samenleving te handhaven of vermijden deze soms vanwege bijvoorbeeld eerdere ervaringen.